Inleiding: het verschil tussen jurisdictie en rechtsgebied
Jurisdictie en rechtsgebied worden vaak in één adem genoemd, maar ze verwijzen niet naar hetzelfde. Ze hebben verschillende betekenissen en gebruiken.
Jurisdictie ( Latijns: juris dictio, wat letterlijk “recht spreken” betekent) is de bevoegdheid (macht) in een rechtsgebied van een bepaald domein/terrein.
Rechtsgebied is het domein/terrein waarin jurisdictie (recht spreken) de bevoegdheid (macht) heeft.
Jurisdictie duidt op de macht om recht te spreken, terwijl rechtsgebied verwijst naar het domein of terrein waarin die macht (jurisdictie) wordt uitgeoefend.
Er zijn twee rechtsgebieden met beiden hun eigen jurisdictie:
Het eerste is het superieure rechtsgebied dat geschapen is in waarheid door de Allerhoogste waarin alle levende mannen en vrouwen in zijn geboren én jurisdictie (recht spreken) hebben onder hun gegeven naam/namen op het domein/terrein bekent als planeet aarde. (Flat earth)
Het tweede is het inferieure gecreëerde ‘dode’ rechtsgebied, gecreëerd door de Staat voor alle politiek gecreëerde administratieve juridische legale ‘dode’ fictie entiteiten personen (toegevoegde ACHTERNAAM/HANDELSNAAM, In Sea Dead, INSEAD, Dead At Sea, DAS) toegevoegd achter de gegeven naam/namen in een fictief gecreëerd domein/terrein bekent als de wereld. (round spinning ball)
“Het ‘Dode’ rechtsgebied heeft géén jurisdictie in het levende rechtsgebied”
IJzer en klei zijn niet te vermengen, zoals twee rechtsgebieden met elk hun eigen jurisdictie niet met elkaar te vermengen zijn, om iets te vermengen die niet met elkaar te vermengen zijn daar is een emulgator voor nodig.
De emulgator voor het tweede gecreëerde inferieure rechtsgebied is de door de Staat éénzijdig gecreëerde administratieve juridische legale fictie entiteit persoon ACHTERNAAM/HANDELSNAAM, alsmede door opzettelijke misleiding, bedrog, (identiteits) fraude, apartheid en door bewuste gedwongen indoctrinatie door het scholen systeem, opgedrongen aan alle levende mannen en vrouwen vanaf hun vroegste jeugd.
I. Het Goddelijke rechtsgebied (levende jurisdictie)
1 Alle levende mannen en vrouwen zijn begiftigd met inherente niet- onderhandelbare onvervreemdbare individuele rechten door de gebeurtenis van levende geboorte.
2 Elke levende man en vrouw staat, bestaat en leeft in het goddelijk rechtsgebied (levende jurisdictie).
3 Inherente niet- onderhandelbare onvervreemdbare individuele rechten kunnen nooit worden afgenomen, verpand of verkocht, want ze zijn eeuwig.
4 Het Goddelijk rechtsgebied met levende jurisdictie (recht spreken) kan en zal nooit vermengen en heeft géén emulgator nodig, het heeft levende adem en eigen beschikking
II. Het gecreëerde ‘dode’ rechtsgebied (Fictief juridische legale jurisdictie)
1 Het gecreëerde ‘dode’ rechtsgebied kan alleen maar “bestaan” door voor de levende man en vrouw een administratieve juridische legale fictie persoon NAAM te creëren.
2 De levende mannen en vrouwen worden zonder geïnformeerde toestemming (informed consent) onwillens en onwetend verbonden met een gecreëerde administratieve juridische legale fictie persoon NAAM door opzettelijke misleiding, bedrog, geïndoctrineerd vals geloof en stilzwijgende instemming.
III. Ontdek waarom de dode juridische wereld geen gehoor kan geven aan de levenden.
1 De reden waarom de rechtbanken de levenden niet kunnen horen en waarom rechtmatige verklaringen en kennisgevingen in dovemansoren vallen. Het is geen corruptie of onwetendheid maar het is jurisdictie.
2 Het ‘dode’ rechtssysteem regeert alleen over de doden, de NAMEN, de entiteiten, de ficties. De levenden behoren tot een heel ander rechtsgebied: het leven zelf, dat uitsluitend voortkomt uit de Allerhoogste, Goddelijk recht (Divine Law). Deze twee verschillende rechtsgebieden kunnen zich nooit vermengen. Het dode rechtsgebied is gebaseerd op codes, statuten en procedures; het levende rechtsgebied is gebaseerd op adem, waarheid en Goddelijke Wet (Divine Law).
3 Zodra U dit zelf ziet, zal alles over recht, rechtsmiddelen en procesbevoegdheid eindelijk duidelijk worden. U zult begrijpen waarom elke ‘levende verklaring’ die in een rechtbank wordt afgelegd, “waardeloos” is, waarom rechtmatig papierwerk uit het dossier verdwijnt en waarom de rechter niet eens kan zien of horen wat U zegt. Het is niet dat ze u negeren, het is dat u een taal spreekt die buiten hun jurisdictie valt.
IV. Waarom de dode juridische wereld de wettige (lawful) levende wereld niet kan horen.
1 Elke rechtbank op aarde werkt op basis van presumpties, fictieve ‘dode’ jurisdictie, niet op basis van de waarheid.
2 De ‘dode’ jurisdictie bepaalt wat er gezien mag worden, wie er gehoord mag worden en waarover er geoordeeld mag worden. En in deze wereld opereren alle rechtbanken onder de ‘dode’ jurisdictie, van het rechtsgebied van de ‘dode’ juridische legale fictie entiteiten.
3 Het ‘dode’ juridische domein is gebouwd voor fictieve entiteiten, niet voor de levende man en vrouw. Het functioneert volledig op papier: contracten, bedrijven, trusts en wettelijke regels. De taal is commercieel; dit ‘dode’ juridische domein bestaat uit inkt en handtekening, niet uit levende adem en geest. Daarom moet alles erin gereduceerd (Capitis deminutio maxima) worden tot een NAAM of titel.
4 De NAAM is de emulgator die het mogelijk maakt dat de ‘dode’ juridische legale fictie entiteiten zich met de levenden vermengen, de NAAM is de brug die ze gebruiken om de levende man of vrouw te laten geloven dat hij of zij daadwerkelijk die NAAM zou zijn.
5 Zonder die NAAM kunnen ze U niet aanraken. Ze kunnen U niet zien of horen. Ze kunnen Uw bestaan niet eens erkennen.
6 Daarom vereist het ‘dode’ rechtssysteem voortdurend dat U zich “identificeert”, iets “ondertekent” of “verschijnt” als de NAAM, omdat die handelingen u binnen hun ‘dode’ jurisdictie brengen. Zodra u dat doet, heeft U de doden toestemming gegeven om met U te spreken.
7 Dit is ook de reden waarom een rechter zwijgt wanneer U zegt dat u een “levende man of vrouw” bent of vraagt naar de Goddelijke Wet (Divine Law), niet omdat hij of zij onbeleefd of afwijzend is, maar omdat hij of zij letterlijk geen jurisdictie heeft om te oordelen of te reageren. De rechtbank is doof voor de levenden. U bent buiten hun bereik getreden.
8 Dus wanneer we de wettige (lawful) waarheid spreken, de waarheid die voortkomt uit adem, vrije wil, vrij geweten en schepping, binnen een ‘dode’ legale context, spreken we tot iets dat ons niet kan horen. De taal van het leven is onhoorbaar in het rechtsgebied van de doden.
“En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen.” Johannes 1:5
V. Twee rechtsgebieden: één Dood en één Levend.
1 Er zijn in deze wereld slechts twee echte rechtsgebieden: het rechtsgebied van de doden (juridische legale fictie entiteiten) en het rechtsgebied van de levenden (Levende mannen en vrouwen).
2 De jurisdictie van de ‘dode’ juridische legale fictie entiteiten is volledig kunstmatig. Ze bestaat uit inkt op papier, codes, contracten en bedrijfscreaties. Het is een wereld van personen, ingezetenen, belastingbetalers, burgers en verdachten, titels die er alleen zijn om de ‘dode’ juridische legale fictie entiteiten een manier te bieden om te communiceren met wat ze anders niet kunnen bereiken: de levenden. Deze titels zijn emulgatoren, want net als olie en water kunnen de levenden en de doden zich niet vermengen zonder emulgator. De NAAM is die emulgator.
3 De jurisdictie in het rechtsgebied van de levenden daarentegen is goddelijk, natuurlijk en vanzelfsprekend. Er zijn geen documenten, codes of procedures voor nodig, alleen waarheid gesproken vanuit de ademhaling, vanuit de vrije wil, vanuit het geweten, vanuit geloof en vanuit vertrouwen. Dit is de wet geschreven in het hart, niet op papier. Het is de wet van rentmeesterschap, vruchtgebruik, vrede en juist gebruik, wat onze voorouders al het natuurlijk recht (Natural Law) noemden.
4 Deze twee verschillende rechtsgebieden met hun eigen jurisdicties kunnen elkaar nooit ontmoeten. De doden kunnen nooit over de levenden heersen, en de levenden kunnen zich nooit aan de doden onderwerpen zonder hun leven te verliezen. Elke keer dat de levenden een ‘dood’ rechtsgebied betreden en proberen te bewijzen dat ze leven, vragen ze de doden om het leven te bevestigen, iets waartoe het ‘dode’ rechtsgebied geen bevoegdheid of capaciteit heeft.
“Ik neem heden de hemel en de aarde tot getuigen tegen u, dat ik u het leven en de dood, de zegen en de vloek heb voorgehouden; kies daarom het leven, opdat u en uw nageslacht leven.” Deuteronomium 30:19
VI. Het ‘dode’ juridische systeem deed wat het altijd doet: het vervalste de waarheid.
1 Net zoals het grondwettelijke is vervangen door een corporatieve democratie, en het postkantoor door de postdienst, verving het ook de natuurlijke wet (Natural Law) door juridisch wettelijke wet, de schijn van wettelijk recht (Color of Law), een levenloze imitatie die op de natuurlijke wet (Natural Law) lijkt, maar geen adem heeft.
2 Het natuurlijk recht (Natural Law) is het recht van het leven. Het komt voort uit de goddelijke orde, de rede en de inherente niet- onderhandelbare onvervreemdbare individuele rechten van alle levende mannen en vrouwen. Het bestaat in het leven, in relaties en in overeenkomsten tussen levende mannen en vrouwen.
3 Het ‘dode’ juridische recht dat u vandaag de dag in de rechtbanken ziet, is echter overladen met wetten, codes en bedrijfsconstructies; het is niet langer de wet van het leven. Moderne rechtbanken kunnen het natuurlijke recht (Natural Law) niet zien, horen of erover oordelen; ze opereren uitsluitend in de rechtsmacht (Jurisdictie) van de overledenen (de ‘dode’ juridische legale fictie entiteiten).
4 Daarom is elke moderne rechtbank legaal (Legal), niet wettig (Lawful). De levenden zouden die rechtbanken kunnen binnenlopen en zich beroepen op het natuurlijk recht (Natural Law), maar de rechtbank kan hen niet zien, ze kan alleen de NAAM zien.
5 Er zijn geen wettige (Lawful) rechtbanken op deze planeet. Elke rechtbank, inclusief de hogere rechtbanken, opereren volledig in de juridische sfeer van de doden (de ‘dode’ juridische legale fictie entiteiten).
VII. De papieren valkuil: waarom rechtmatige verklaringen en kennisgevingen verdwijnen in ‘dode’ juridische procedures.
1 Dit is waar zovelen van ons in verstrikt zijn geraakt. We hebben jarenlang krachtige verklaringen en kennisgevingen vol waarheid geschreven, waarin we verkondigden dat we levende mannen en vrouwen zijn die onder de goddelijke wet (Divine Law) staan. We geloofden dat de rechtbank eindelijk zou moeten luisteren als we het op papier zetten. Maar nu is de onthulling duidelijk: ze kunnen het niet zien of horen.
2 Wanneer u documenten indient of presenteert die levende taal, woorden van leven, vrije wil, geweten of goddelijke status bevatten, in hun ‘dode’ rechtsgebied (dode jurisdictie), is dat voor hen onzichtbaar. Het valt buiten hun ‘dode’ jurisdictie. Een rechtbank kan niets zien, horen of erover oordelen dat onder de goddelijke jurisdictie van het leven valt.
3 Als U wilt dat een rechter ziet wat U hebt geschreven, moet de taal in hun ‘dode’ jurisdictie correct zijn. Dat betekent dat U gebruik zou moeten maken van hun codes, procedures en jurisprudentie die door de rechtbanken worden erkend.
4 Als U zelf hun codes, procedures, wetgeving en regelgeving in uw schrijven verwerkt, verlaat U onwetend Uw levende rechtsgebied en jurisdictie en stapt U onwillens in hun ‘dode’ rechtsgebied en jurisdictie omdat zij dit wél kunnen zien, U laat hen zien dat U de commerciële taal van de doden machtig bent, en dat kan enkel en alleen als legale fictie entiteit NAAM. Nu handelt U dus weer als een dode legale fictie entiteit binnen de dode jurisdictie. En zo heeft U onwetend en onwillens uw levende rechtsgebied en jurisdictie wéér verlaten.
5 Rechtmatige verklaringen en kennisgevingen die in de levende jurisdictie zijn opgesteld vallen volledig buiten de ‘dode’ jurisdictie van welke rechtbank dan ook op planeet Aarde.
6 Maar een door hun ‘dood’ juridisch bevelschrift, geschreven in hun erkende taal van codes en schijnbare wetgeving, kan wel worden toegepast omdat het binnen hun rechtsgebied valt.
VIII. De oplossing: het vaststellen van de jurisdictie van de levenden.
1 Op het moment dat we stoppen met proberen te bewijzen dat we leven en in plaats daarvan vanuit de jurisdictie van het rechtsgebied van het leven spreken door (schriftelijk) vragen te stellen, verandert alles.
2 De levenden argumenteren nooit, maken nooit aanspraken en smeken nooit om erkenning. Zij vestigen hun rechtsmacht eenvoudigweg door de manier waarop ze spreken.
3 Wanneer u ooit met een rechtbank, gerechtsdeurwaarder, politie of andere overheids functionarissen te maken krijgt, is het niet uw doel om de rechtbank, gerechtsdeurwaarder, politie of andere overheids functionarissen te overtuigen van uw identiteit, maar om vast te stellen onder welke jurisdictie U valt.
4 U doet dit door vragen te stellen. Door de juiste vragen te stellen, blijft u in de aanval en dwingt U de andere partij om te onthullen in welk rechtsgebied ze opereren.
Vragen zoals:
“Vraagt u naar de wettelijke NAAM in uw verordening of naar de levende man die bekend staat als?”
“Heeft u geverifieerd bewijs dat de kwestie waarover u spreekt/schrijft iets te maken heeft met de levende adem van de Allerhoogste?”
“Heeft u geverifieerd bewijs dat de levende man of vrouw aansprakelijk is voor de NAAM in de verordening waarover u spreekt/schrijft?”
“Heeft u geverifieerd bewijs dat u jurisdictie heeft over de levende man of vrouw onder Goddelijk recht en Natuurlijk recht?”
“Heeft u geverifieerd bewijs dat u jurisdictie heeft buiten de presumptieve codes, procedures en jurisprudentie onder wetgeving/regelgeving van uw presumptieve rechtssysteem?”
“Bega ik als levende man of vrouw een overtreding in uw verordening?”
5 Elke vraag bevestigt Uw jurisdictie in het rechtsgebied van de levenden, zonder ooit een claim in te dienen of hun wereld te betreden. U betreedt de ‘dode’ juridische arena niet, U vraagt gewoon wat hun doen en of ze überhaupt het levende rechtsgebied kunnen aanraken.
6 Belangrijk: blijf met deze rechtbanken, gerechtsdeurwaarder, politie of andere overheids functionarissen altijd in de aanval en nooit in de verdediging. Zodra u zich verdedigt, draagt u de jurisdictie over uw leven over aan het systeem.
7 De remedie is niet méér papierwerk; het is (schriftelijke) aanwezigheid en levende getuigenis. Het is de wetenschap dat Uw eigen adem levende jurisdictie vestigt. Het levende heeft geen toestemming nodig om te bestaan.
IV. Samenvatting: twee rechtsgebieden, één keuze.
1 Iedere man en vrouw staat dagelijks tussen twee werelden, twee rechtsgebieden. Het ene is het ‘dode’ rechtsgebied en de juridictie van juridische legale ficties, gebaseerd op namen, titels en contracten. Het andere is het goddelijke rechtsgebied en de jurisdictie van het leven, gebaseerd op waarheid, eer en goddelijke erfenis.
2 Het fictieve ‘dode’ rechtsgebied functioneert op basis van veronderstelling (presumpties). Het kan de Levenden niet zien, horen of aanraken; het functioneert alleen met papieren, personen en legale fictie entiteiten. Het gedijt op toestemming, waarbij stilte als instemming wordt gebruikt en handtekeningen als overgave.
3 Het levende rechtsgebied met haar levende jurisdictie functioneert door getuigenis en bewustzijn. Het functioneert alleen met waarheid en leven, niet met de ficties van de doden (de ‘dode’ juridische legale fictie entiteiten). Het heeft geen toestemming nodig, omdat het onder goddelijke beschikking staat.
4 In het ‘dode’ rechtsgebied van de juridisch legale fictie blijven betekent dat u vracht blijft, blijvend vervoerd, blijvend verhandeld, blijvend afgeperst en blijvend beboet wordt.
5 Opstaan in het Levende rechtsgebied en in levende jurisdictie betekent dat u terugkeert als levende man of vrouw, rentmeester, u het vruchtgebruik wordt toevertrouwd en dat u ontwaakt.
6 Elke mededeling, elke vredelievende daad van de Levende is geen aanval, maar een correctie van het verslag voor het universele archief. Het is de openbaring dat de ziel zich herinnert wie ze is en wie ze dient.